Flabellina lineata (Loven, 1846) Witgestreepte waaierslak
Kenmerken | Cerata in clusters bij elkaar. Tentakels met een witte lijn die samenkomt en over het midden van de rug doorloopt tot de tip van de voet. De cerata hebben aan de achterzijde ook een witte lijn. |
---|---|
Kleur | Semi transparant lichaam. Cerata oranje tot rood. |
Voorkomen | Zeer zeldzaam in de Oosterschelde. |
Voedsel | Tubularia indivisa. |
Voortplanting | Hermafrodiet. |
Grootte | Lengte tot 30 mm. |
Er zijn twee waarnemingen uit de Oosterschelde bekend. Eieren van deze slak zijn nog niet in Nederland gevonden.